Let us know how it is going

INTEGRITEIT EN EERLIJKHEID

VERKLARENDE WOORDENLIJST BIJ DE CURSUS

gedrag: hoe iemand handelt of doet.

biecht: de praktijk van het biechten, aan een priester vertellen wat de verkeerde of slechte dingen zijn die men heeft gedaan zodat men kan worden vergeven.

onder ogen zien: iets niet ontvluchten, het niet vermijden.

volharden: doorgaan met datgene waar je mee begonnen bent.

personeelsverloop: het aantal werknemers dat in een bepaalde tijdsperiode bij een bedrijf vertrekt en wordt vervangen door nieuwe mensen.

overt-motivator-volgorde: een volgorde (opeenvolging van gebeurtenissen) waarbij iemand probeert zijn overt (een schadelijke daad die iemand begaat) te rechtvaardigen door het ontvangen van een motivator (een overt tegen hem begaan door de andere persoon) of door te beweren dat hij een motivator heeft ontvangen. Bijvoorbeeld: als iemand een ander slaat, zal hij wellicht beweren dat hij door die persoon is geslagen, zelfs als dat niet het geval was.

weg, een weg eruit: een manier om uit iets (een moeilijkheid) te ontsnappen.

zelfrespect: trots zijn op jezelf wat laat zien dat je jezelf waardevol vindt.

terugtrekken: de afstand vergroten naar iemand of de plaats verlaten waar de persoon is.

ontsteltenis: ernstige verwarring, grote schrik.

berokkenen: aandoen, iets kwaads veroorzaken.

ontwrichten: helemaal verstoren, hevig verwarren.

gewaarworden: opmerken met een van de zintuigen.

privileges: bijzondere rechten of voorrechten.

snik, laatste snik: dood; de laatste ademhaling van iemand die sterft.