HET HUWELIJK
automatische piloot: iets doen zonder erover na te denken, of zonder inspanning.
klippen, op de klippen lopen: het mislukken van iets, of het einde ergens van zijn.
internetten: naar dingen op het internet kijken, van de ene pagina naar de andere gaan.
onthullen: aan het licht brengen of bekendmaken.
ongemak: een oncomfortabel of onplezierig lichamelijk of geestelijk gevoel.
bestaan: 1. laten voortduren. 2. iemands leven en de manier waarop hij leeft.
financieel: betrekking hebbend op geld of op het omgaan met geld.
fundament: het meest wezenlijke deel van iets waardoor het zich kan ontwikkelen, net als het onderste deel van een gebouw waarop de muren zijn gebouwd.
bevredigend: een tevreden of voldaan gevoel gevend.
hechte: nauwe relaties en gezamenlijke doelen hebbend.
gelijkwaardigheid: van gelijke waarde of kracht zijn.
voortbestaan: in staat om te blijven bestaan of met het leven of bestaan door te gaan.
pitje, op een laag pitje zetten: voorlopig laten rusten, activiteiten even stopzetten.
schroeven, op losse schroeven staat: onvast, onzeker er valt niet op te bouwen.