Let us know how it is going

ASSISTEN

VERKLARENDE WOORDENLIJST BIJ DE CURSUS

bevestiging: iets wat je zegt of doet waardoor de ander weet dat zijn communicatie is gehoord en begrepen.

antibiotica: stoffen die in staat zijn om bacteriën in het lichaam te doden of onschadelijk te maken. Antibiotica wordt verkregen uit micro-organismen (zeer kleine levende organismen) of wordt kunstmatig geproduceerd door een chemisch proces.

slagersmes: een groot, zeer scherp mes voor het snijden van vlees.

diagnose: een beslissing over wat een ziekte of andere gesteldheid is, genomen na het observeren van de tekenen en symptomen ervan.

ongemak: een oncomfortabel of onplezierig lichamelijk of geestelijk gevoel.

wijsvinger: de vinger naast de duim.

levendheid: de kwaliteit, conditie of toestand van levend zijn.

streven: proberen iets te bereiken.

scheen: het voorste gedeelte van het been tussen de knie en de enkel.

nuchter: niet dronken.

verstuiking: een blessure rond een gewricht (een deel van het lichaam dat kan buigen), met pijn en zwellingen, veroorzaakt doordat er met een heleboel kracht aan het gewricht wordt getrokken of gedraaid, zonder dat er botten breken of uit positie gaan.

golf: een plotselinge, scherpe toename van iets wat ergens doorheen stroomt.

röntgenfoto: een foto van de binnenkant van iemands lichaam. Röntgenstralen zijn onzichtbare golven die uit minuscule energiedeeltjes bestaan die in staat zijn door zacht materiaal heen te gaan, op dezelfde manier zoals licht door glas heen gaat. Ze worden gewoonlijk door ziekenhuizen, artsen en tandartsen gebruikt om beelden van het inwendige van het lichaam te zien.