Let us know how it is going

OPLOSSINGEN VOOR HET DRUGSPROBLEEM

VERKLARENDE WOORDENLIJST BIJ DE CURSUS

verslaafd: niet in staat om te stoppen met het nemen van verdovende middelen of het drinken van alcohol.

beïnvloeden: op een schadelijke manier ergens de werking van ondervinden.

ondraaglijk: zo erg dat je het niet kunt verdragen; heel erg.

alcohol: een heldere vloeistof met een sterke geur en smaak, die kan zorgen dat iemand de controle verliest over zijn gedrag, zijn bewegingen en zijn spraak. Alcohol zit in dranken als wijn, bier en whisky.

aluminiumhydroxidetabletten: tabletten met een wit poeder dat wordt gebruikt om overmatig zuur in de maag te neutraliseren of te verminderen.

aminozuren: elementaire organische verbindingen die eiwitten vormen. Het lichaam breekt het voedsel af tot aminozuren die dan nieuwe eiwitten vormen. Eén eiwit kan uit een paar of verscheidene honderden aaneengeschakelde aminozuureenheden bestaan. Aminozuren dienen ook als grondstof voor het maken van vele andere cellulaire producten, inclusief hormonen.

arsenicum: een vergif dat ervoor zorgt dat iemand gaat braken, een brandend gevoel in zijn mond en zijn keel krijgt, en dat ook een effect kan hebben op het hart en andere belangrijke organen. Als het in afdoende hoeveelheid wordt genomen, zal het mensen en dieren doden.

ascorbinezuur: een vitamine die in veel fruit en groenten voorkomt, met name in sinaasappelen, citroenen en groene bladgroenten. Het is belangrijk voor de gezondheid van huid, tanden, bloed en botten. Wordt ook vitamine C genoemd.

bewustzijn: het vermogen om iets op te merken en te weten dat je iets hebt opgemerkt.

wezenloze periode: een periode waarin iemand een compleet gebrek aan bewustzijn, herinnering of begrip heeft van wat er om hem heen gebeurt, alsof zijn verstand leeg is.

cafeïne: een chemisch stimulerend middel dat voorkomt in thee, koffie en frisdrank.

calcium: een mineraal dat het lichaam nodig heeft voor gezonde tanden en botten. Het komt in natuurlijke vorm in diverse soorten voedsel voor zoals zuivelproducten en donkergroene bladgroenten.

calciumgluconaat: een vorm van calcium dat als mineralensupplement wordt gebruikt om een tekort aan calcium te voorkomen en te behandelen. Gluconaat is een stof die uit glucose (een soort suiker die van nature in fruit, honing en bloed voorkomt) wordt verkregen.

chemische stoffen: stoffen die worden verkregen door het vermengen van andere stoffen of door een stof te wijzigen waardoor het iets anders wordt.

appelazijn: azijn gemaakt van appelcider (het sap dat uit appels wordt geperst). Azijn is een zuursmakende vloeistof die wordt gebruikt om levensmiddelen smaak te geven en te bewaren.

citroenzuur: een stof die wordt aangetroffen in veel fruitsoorten, zoals sinaasappelen en citroenen, en die in medicijnen wordt gebruikt.

cocaïne: een krachtige drug waardoor iemand zich wakkerder voelt en die zijn hart sneller laat kloppen. De drug kan iemand ademhalingsproblemen, een hartaanval of een hersenbloeding bezorgen. Het wordt gemaakt van de bladeren van de cocaplant en wordt meestal gebruikt in de vorm van een wit poeder, maar kan ook met een naald worden geïnjecteerd of worden gerookt.

cognitie: een besef of begrip ergens over.

opdracht: een exacte instructie die als deel van een proces aan een persoon wordt gegeven om uit te voeren.

verbinding: een aantal verschillende stoffen die met elkaar zijn gecombineerd.

conclusie: een besluit dat iemand neemt of een mening die iemand vormt op basis van de informatie die hij heeft.

stuiptrekkingen: plotselinge en heftige bewegingen van de spieren waardoor iemands lichaam ongecontroleerde schokken vertoont.

aantasten: iets geleidelijk wegslijten of vernietigen.

tekorten: niet genoeg van bepaalde stoffen hebben die nodig zijn voor een gezond lichaam.

tekort: niet genoeg van een bepaalde stof hebben die nodig is voor een gezond lichaam.

waanvoorstellingen: ideeën, overtuigingen of percepties die heel anders zijn dan hoe de dingen in werkelijkheid zijn.

afhankelijk: niet in staat om normaal te leven zonder iets.

ontgifting: het verwijderen van een gif uit iemands lichaam of het effect dat een gif heeft.

drugsverslaafde: iemand die niet in staat is om met het nemen van verdovende middelen te stoppen.

afkicken: een periode van ontwenning van het gebruiken van alcohol of verdovende middelen.

effectief: het bedoelde of verwachte resultaat voortbrengend.

gevolgen: de resultaten die zich voordoen vanwege iets.

elementair: bestaande uit een enkel chemisch element in ongebonden vorm. Een element is een van de stoffen die met chemische middelen niet verder ontleed kunnen worden in eenvoudiger substanties.

enterisch: te maken hebbend met de darmen (een lange buis in het lichaam die voedsel verteert en opneemt).

blos: een rode kleur die op de huid van het gezicht of lichaam verschijnt wanneer iemand het heet heeft.

aanpakken: iets effectief afhandelen.

hebbendheid: de staat of kwaliteit van bezitten, in eigendom hebben of in staat zijn controle uit te oefenen over voorwerpen, energieën of ruimten.

heroïne: een krachtig en verslavend verdovend middel dat wordt gemaakt van morfine (een medicijn dat in de geneeskunde ter verlichting van pijn wordt gebruikt), dat gewoonlijk wordt geïnjecteerd. Het veroorzaakt verminderde pijngewaarwording, vertraagde ademhaling en depressiviteit. Een overdosis kan fataal zijn.

indicatoren: bijzonderheden die zich tijdens een proces voordoen en aanduiden (indiceren) of het goed dan wel slecht gaat. Een goede indicator zou bijvoorbeeld zijn dat de persoon er opgewekter uitziet.

irrationeel: wordt van iemand gezegd wanneer hij niet op een verstandige, redelijke manier denkt of handelt.

IE: afkorting van Internationale Eenheid, een maat voor de hoeveelheid van een stof, zoals een vitamine.

LSD: een krachtig verdovend middel dat iemand het gevoel geeft dat de wereld om hem heen anders is en dat de manier waarop hij ruimte en tijd waarneemt verandert. Wanneer iemand veel LSD neemt, ziet hij dingen die echt lijken, maar die niet bestaan. Een grote hoeveelheid LSD kan iemand doden.

magnesium: een mineraal dat in groene bladgroenten, noten, erwten, bonen, enz., voorkomt. Magnesium ondersteunt het functioneren van zenuwen en spieren (met name het hart), het vetgebruik van het lichaam en slaap.

magnesium alba: een vorm van magnesium die van nature in de aarde wordt aangetroffen en als medicijn wordt gebruikt om de zenuwen te kalmeren. Het is oplosbaar in zuur, maar niet in water of alcohol. Alba is het Latijnse woord voor “wit”. Ook magnesiumcarbonaat of basisch magnesiumcarbonaat genoemd.

magnesiumcarbonaat: een vorm van magnesium die van nature in de aarde wordt aangetroffen en als medicijn wordt gebruikt om de zenuwen te kalmeren. Het is oplosbaar in zuur, maar niet in water of alcohol.

basisch magnesiumcarbonaat: een vorm van magnesium die van nature in de aarde wordt aangetroffen en als medicijn wordt gebruikt om de zenuwen te kalmeren. Het is oplosbaar in zuur, maar niet in water of alcohol. Ook magnesiumcarbonaat of basisch magnesium alba genoemd.

marihuana: een drug gemaakt van de gedroogde bladeren en bloemen van de hennepplant. Het laat iemand minder controle over zijn lichaam hebben en verandert de manier waarop hij denkt. Mensen roken, kauwen of eten marihuana. Het kan iemands longen, geheugen en mentale vermogens schaden.

geneesmiddel: een chemische stof die een bepaalde werking op het lichaam uitoefent om genezing te bevorderen of te bewerkstelligen. Ook medicijn genoemd.

medicijn: een chemische stof die een bepaalde werking op het lichaam uitoefent om genezing te bevorderen of te bewerkstelligen. Ook geneesmiddel genoemd.

mentale beeldplaatjes: driedimensionale mentale opnamen in kleur van al iemands percepties in het verleden, met inbegrip van geluiden en geuren en alle conclusies en speculaties op dat moment.

milligram: een eenheid voor het meten van massa die gelijk is aan een duizendste deel van een gram.

ml: een afkorting van milliliter, een eenheid voor het meten van vloeistoffen die gelijk is aan een duizendste deel van een liter.

niacinamide: een blos-vrije vorm van niacine, een vitamine die wordt aangetroffen in voedingsmiddelen zoals graanproducten, eieren, lever en groenten. Niacinamide veroorzaakt niet de blos die verband houdt met het verwijderen van straling uit het lichaam en is daarom nutteloos bij het Reinigingsprogramma, maar het helpt wel bij het creëren van kalmte bij mentale verstoringen die worden veroorzaakt door het afkicken van verdovende middelen.

nicotinezuur: een vitamine die tot de B-complex groep behoort, ook wel niacine genaamd.

voeding: voedsel, of de mineralen, vitaminen, enz., die het bevat, dat het lichaam nodig heeft om gezond te blijven.

Objectieve Processen: die processen die betrekking hebben op het fysisch universum en iemands aandacht naar buiten richten. Objectief betekent te maken hebbend met wat kan worden waargenomen.

observatie: iets dat je opmerkt door aandacht te besteden aan wat iets of iemand aan het doen is.

pijnstiller: iets, met name een verdovend middel, dat pijn vermindert.

pantotheenzuur: vitamine B5, een vitamine die in vlees, kreeft, gevogelte, eieren, lever, sojabonen, linzen, yoghurt, avocado’s, champignons, zoete aardappels en gist voorkomt. Het speelt een rol in de chemische reacties die essentieel zijn voor de groei van cellen en helpt het lichaam weerstand op te bouwen tegen allergieën en infecties.

pesticides: chemische stoffen die worden gebruikt om ongedierte of schadelijke planten te bestrijden, met name insecten, onkruid, enz.

vergif: iets dat ervoor zorgt dat mensen of dieren ziek worden of sterven als ze het in hun lichaam krijgen.

beoefenaar: iemand die een bepaalde klus of activiteit doet die vaardigheid vereist.

voorzorgsmaatregelen: acties die van tevoren worden gedaan om te voorkomen dat er iets gevaarlijks, vervelends, lastigs, enz., gebeurt.

preparaat: iets dat is gemaakt voor een bepaald doel, zoals een combinatie van vitaminen, voedsel, drank, enz.

heden, het heden: het huidige moment of de dingen die nu op dit moment gebeuren.

conserveringsmiddel: een chemische stof die het bederf van voedsel tegengaat.

principes: basisregels of ideeën over hoe iets moet worden gedaan, die een richtlijn geven voor gedrag of het nemen van beslissingen.

proces: een reeks dingen die van nature plaatsvinden en die een specifiek resultaat hebben.

auditing: het toepassen van exacte Scientology of Dianetics processen bij iemand om hem te helpen beter met zijn eigen leven om te gaan door hem in een positie te plaatsen waarin hij meer controle heeft over zichzelf, zijn verstand en zijn omgeving.

programma: een plan van actie met specifieke stappen om iets te bereiken.

verhouding: een hoeveelheid van iets wanneer die wordt vergeleken met de hoeveelheid van iets anders.

psychiatrische: te maken hebbend met de psychiatrie, een systeem voor de behandeling van ernstige geestelijke of mentale problemen met drugs, chirurgie of elektroshocks.

reacties: de manieren waarop het lichaam of het verstand op iets reageert.

opname: een kopie van iets die blijft bestaan nadat het oorspronkelijke ding weg is.

drugsrehabilitatieprogramma: een aantal opeenvolgende stappen bedoeld om iemand van de verdovende middelen af te helpen en de goede conditie, gezondheid, het vermogen te werken, enz., van de persoon te herstellen.

drugresiduen: kleine hoeveelheden van een verdovend middel die in het lichaam zijn achtergebleven, nadat de rest is gebruikt of verwijderd.

restimulatie: het reactiveren van een mentaal beeldplaatje uit het verleden door omstandigheden in het heden die op de een of andere manier lijken op omstandigheden uit het verleden.

rundown: een programma (serie stappen) dat is ontworpen om een specifiek aspect van iemands leven aan te pakken.

sauna: een hete kamer gemaakt van hout waar mensen in zitten, zodat ze kunnen zweten.

kalmeringsmiddel: een medicijn dat iemand slaperig maakt of minder nerveus en dat pijn kan wegnemen.

gewaarwordingen: lichamelijke gevoelens of emoties die iemand ervaart.

kramp: plotselinge, onverwachte beweging van een spier die hem strak gespannen en pijnlijk maakt.

spiritueel: te maken hebbend met een persoon als spiritueel wezen, niet als lichaam, en met de manier waarop hij als spiritueel wezen denkt, voelt en het leven ervaart.

stimulerend middel: elk soort voedsel, elk soort drank of welke andere stof dan ook die tijdelijk de activiteit van een of meer organen in het lichaam doet toenemen.

omgeving: de mensen, dingen en plaatsen die in de buurt van iemand zijn.

technologie: de methoden voor het toepassen van kennis, in tegenstelling tot alleen maar de kennis zelf. In Scientology verwijst de term technologie naar de exacte methoden en processen waarmee Scientology principes worden toegepast om de functie van het verstand te verbeteren en het potentieel van het spirituele wezen te herstellen.

tijdspoor: het verslag van alle gebeurtenissen die zich tijdens iemands leven voordoen.

toxisch: giftig of zeer schadelijk voor het lichaam.

kalmeringsmiddel: elk soort verdovend middel dat wordt toegediend om iemand kalm te maken en diverse emotionele gesteldheden onder controle te houden.

behandeling: iets dat wordt gedaan om een ziekte of verwonding te genezen.

bewusteloos: een toestand, periode of mate van het niet bewust zijn.

vitamine A: een vitamine die in sommige gele en donkergroene groenten voorkomt, alsook in vlees, eierdooier, melk en levertraan. Vitamine A draagt bij aan een gezondheid van de buitenste laag cellen van de huid en van organen.

vitamine B-complex: een groep vitaminen die wordt aangetroffen in voedingsmiddelen zoals graanproducten, noten, eieren en sommige groenten. Ze zijn belangrijk voor de groei, gezond bloed en gezonde hersenen.

vitamine B1: een vitamine die in groene erwten, bonen, eierdooier, lever en het buitenste laagje van graanproducten voorkomt. Het helpt het lichaam de energie die in voedsel zit te gebruiken.

vitamine B6: een vitamine die in ongepelde granen, graanproducten, brood, lever, spinazie, sperziebonen en bananen voorkomt. Het speelt een rol in het vetverbruik van het lichaam en bij het vormen van rode bloedlichaampjes. Vitamine B6 draagt bij aan een goed functionerend zenuwstelsel.

vitamine C: een vitamine die in veel fruit en groenten voorkomt, met name in sinaasappelen, citroenen en groene bladgroenten. Het is belangrijk voor de gezondheid van huid, tanden, bloed en botten.

vitamine D: een vitamine die voorkomt in voedsel als eierdooier en lever en die door het lichaam, als gevolg van blootstelling aan zonlicht, in de huid wordt aangemaakt. Vitamine D zorgt ervoor dat het lichaam in staat is om calcium op te nemen, een essentieel mineraal voor botten en tanden.

vitamine E: een vitamine die van nature voorkomt in planten, oliën, boter, eieren, graanproducten en bladgroenten. Vitamine E speelt een rol bij het vormen van rode bloedlichaampjes, spieren en ander weefsel en is belangrijk voor de vruchtbaarheid bij mensen.

ontwenningsverschijnselen: onaangename lichamelijke en mentale reacties die iemand met een verslaving ervaart wanneer hij door ontwenning heen gaat (stoppen met het gebruiken van verdovende middelen).

bruikbaar: praktisch en in staat om effectief gebruikt te worden.

afbreuk doen aan: schade berokkenen.

hoofd, zijn niet goed bij hun hoofd: niet goed wijs zijn, gekke dingen doen.

ontwenning: het lichamelijk en/of geestelijk losmaken van iets waar je aan gewend was geraakt.

wijd en zijd: overal, aan alle kanten.

gesteldheid: de staat waarin iemand of iets zich bevind.